GR 128 Etappe 5 – Oudegem- Mollem 31 km

Wandelkaart: http://afstandmeten.nl/index.php?id=2722608

Volgens topogids: 30.7 km, volgens Osmand: 31.4 km.

We zijn al vroeg weg met de bus naar Brugge en zo staan we na een verplichte mondmaskerperiode in bus en trein al voor negen uur in Oudegem. Jef wacht ons daar op. 

Even buiten Oudegem, bij het eerste bankje dat we tegenkomen, bij de aansluiting met de GR 5A, eten we een boterham want op de trein kan dit niet meer. Het waterrijk gebied van Steenbeek en Oude Dender en vele vertakkingen brengt ons aan de sluis van Denderbelle. 

Hier zijn we met GR nog geweest. Maar wanneer??? We steken over via de sluis, lopen een stukje tussen de Molenbeek en de Dender en slaan dan rechtsaf richting Mespelare. De toren van de kerk is ingepakt. Jef maakt me er attent op dat het niet Gaudi is maar Christo die de inpakspecialist is. In Gijzegem steken we opnieuw de Dender over. We volgen een stukje de Dender, lopen rond Herdersem. Er volgt een vervelend stuk asfalt en als we uiteindelijk op een halfverhard pad Moorsel naderen laten we de wandelboom op de Moorselbaan rechts liggen en steken we rechtdoor naar het fietspad. In Moorsel heeft de politie de weg afgezet; begrafenis van Ilse Uytersprot! De stoet verlaat net de kerk.

Aan de overzijde lonkt een terras.

We stappen, na een deugddoende pauze, rond het Waterkasteel verder. Van het kasteel is nauwelijks iets te bespeuren, maar het ligt in een put, dus er kan wel water in de buurt zijn.

Via veldwegen bereiken we de abdij van Affligem. Het is warm. Bij het kapelletje aan de zijmuur van het abdijdomein staat een bankje; ideaal voor een teug drinken.

Vanaf hier laat de bewegwijzering te wensen over: oude verfstrepen, geen tekens op kruispunten…. Osmand is hier broodnodig. Als we in het Kravaalbos komen stort de donkere wolk die ons al een tijdje vergezelde haar inhoud uit. De bomen houden de regen lang genoeg tegen om onze paraplu te openen. Het giet, het plenst, het water komt ons in beekjes tegemoet.  Als we na een half uurtje het bos verlaten houdt het op, de zon komt terug tevoorschijn. Een groepje tegenliggers loopt er verzopen bij.

In Mazenzele verlaten we rood-wit; achter de kerk is een cafeetje, en het is open. Hoog tijd om de vochtvoorraad aan te vullen! Een kronkelend onverhard pad brengt ons daarna naar Mollem. Voor we het weten staan we aan het station; lang perron, blakend in de zon. En de trein stopt natuurlijk aan het andere eind… we moeten nog lopen!

Thuis blijken de voeten geweekt. Wit en rimpelig komen ze uit de kousen. De schoenen moeten ook een dagje drogen.