Verslag wandeltocht: LA HAUTE PROVENCE par les Gorges du Verdon – deel2

Het is de derde dag. De nachtrust heeft ons deugd gedaan. We zijn klaar voor de zwaarste en langste tocht van de vakantie. De eerste km’s zijn asfalt. Niet meteen de ondergrond die we verkiezen, maar we kunnen rustig de spieren loslopen. Bovendien kunnen we volop rondkijken en foto’s nemen van de kloof die beneden tussen de rotsen kronkelt. Er is ook tijd voor een omslagfoto voor de FB-pagina van de Smokkelaars.


Na dit intermezzo kunnen we algauw een pad nemen richting La Palud-sur -Verdon, een typisch Frans dorpje gedomineerd door een kasteel waar de toeristische dienst is gehuisvest. Bij de buurtwinkel slaan we onze picknick in en genieten we van een koffie, met zicht op een  knaloranje lamborghini. Maar er is niet veel tijd voor getreuzel, er liggen nog wat hoogtemeters voor ons. Terwijl we op de flank van de berg een bergpad volgen, krijgen we vergezichten te zien en een kudde bonte koeien die graast tussen de bomen. Gestaag daalt de Verdon naar Lac de STE-CROIX terwijl wij stijgen en een eerste blik op het meer werpen vanop le col de Plein Voir (1 200 m).

Bij helder weer kan je hier ook le mont Ventoux zien, maar nu niet dus.

Voor we bij Moustiers-Sainte-marie zijn staan er echter nog een aantal cols op het menu, waaronder col de L’âne (1 095 m) en signal de l’Ourbès ( 1 216 m). Deze laatste is een echte beklimming tussen de rotsen en dichte buxusstruiken. Van wandelen is hier geen sprake. Een aankomend onweer maakt het allemaal wat  spannender wanneer we opnieuw 700 m moeten afdalen naar de weg. De laatste km’s naar het dorp worden afgelegd op karakter. Ondertussen zijn de rappe mannen al een terras aan het innemen bij een pizzeria. Net voor 18u krijgen we nog de kans een pizza als hapje te bestellen voor de zaak even later sluit. Logeren doen we vlak bij de cascade in een prachtig hotelletje dat we meteen kleur geven door onze was buiten te hangen. 

Dag 4 starten we met een dauwwandeling door het hoge gras op weg naar de oever van Lac de STE-CROIX.


Het water nodigt uit voor een zwempartij maar het is nog vroeg en daarboven ligt een plateau te wachten. Het is een pittige klim onder de stralende zon en tegen de middag staan we redelijk bezweet op het plateau aan de rand van een lavendelveld. Tijd voor een lunchpauze en meteen laten we de was nadrogen op de lavendel. Tijdens het eten komen nog een man en vrouw boven, waarvan de vrouw ons meteen aanspreekt. Meer zelfs, het wordt een echte ondervraging; wie zijn wij, wat doen wij, wat drijft ons,… ? Alleen Ilse (die de boekskes leest  ) beseft dat we met Francesca Vanthielen te maken hebben. Niet alleen presenteert zij op kanaal-Z maar wandelt zij graag en veel. Zij kiest voor een route dwars over het plateau terwijl wij verder het meer volgen op het plateau. Een rustige route tussen de lavendelvelden op verschillende plaatsen die verschillende uitzichten op het blauwe meer biedt.


Het is inderdaad rustig wandelen maar wel schrikken wanneer uit het niets een zweefvliegtuig langs achter overvliegt op amper enkele meters om even verder te landen. Even verder waarschuwt een bord voor wat we al ervaren hadden. Zonder verdere calamiteiten dalen we op het einde van de dag weer af naar het meer voor een duik bij Ste-Croix -du-Verdon. Maar het enige onweer van de dag verandert de plannen. Terug omhoog naar het hotel dan maar en het zwembad in voor verkoeling. De hoteleigenaar blijkt een Belg te zijn met een liefde voor Karmeliet en grote glazen. Nog nooit eerder een halfliterglas van  Karmeliet gezien. 

‘s Morgens kunnen we ontbijten met zicht op het meer. Het is “zon” dag en het wordt een korte wandeling naar onze chambre d’hôtes die ondergebracht zijn in een boerderij midden in de velden.

Op die velden zien we vandaag naast de traditionele gewassen ook velden vol knalrode klaprozen en kuddes schapen vergezeld van grote witte herdershonden die ons duidelijk maken dat we best afstand houden. 

De chambre d’hôtes is voor ons alleen en heeft diverse kamers. Gaande van een ruime luxekamer met een bad op pootjes, een ruime kamer in een schuurtje tot een achterkamertje met twijfelaarke. Ik offer mij op om met Briek het twijfelaarke te delen. “Reislijder” zijn krijgt hier een andere betekenis.

We worden niet alleen welkom geheten door Frank en Cajou , maar ook door hun herdershond. Die brave loebas krijgt meteen alle aandacht. ‘s Avonds genieten we van  table d’hôtes in de eetkamer en slagen we erin luidruchtiger te zijn dan Fransen en Italianen volgens onze gastheer Frank. Na een avond geanimeerde gesprekken over diverse onderwerpen gaan we onder de wol.

Onze voorlaatste dag: vandaag is ons reisdoel St-Martin de Brömes, een dorpje gelegen aan Le Colostre, een zijriviertje van de Verdon. Ook nu weer kunnen we genieten van bloemenpracht op de akkers. 


We lopen enkele km’s op een plateau. Daarna dalen we af naar Esparron-de-Verdon door een arboretum met de 15 meest voorkomende bomen van de streek. Een kasteel bewaakt de smalle steegjes van het dorp. Op een  terras met zicht op de Ravin d’albiosc  pauzeren we even . Bij de broodjeszaak naast de deur kunnen we terecht voor een belegd broodje. 

Voorzien van drank en eten zetten we de weg verder door de heuvels naast het Lac d’Eparron. Het meer wordt gevormd door een dam die we dan ook te zien krijgen kort voor we Saint-Martin-de-Brömes bereiken. In Hotel restaurant La Fontaine worden we goed ontvangen. De kamers zijn eenvoudig en het restaurant heeft een mooi aanbod. Ik laat me de Tartare de boeuf smaken terwijl anderen zich wagen aan cassolette de cuisses de grenouilles persillées. Morgen is het zover: de laatste dag.

Die laatste dag begint met een lekker ontbijt waarna we het dorp verlaten om de omliggende heuvels in te trekken. Tegen de middag zakken we af naar de vertrouwde Verdon. Bij Gréoux-Les-Bains is de Verdon een klein kanaal , getemd door de diverse dammen onderweg. Zij lijkt in niets meer op die woeste rivier die we enkele dagen geleden zagen.  Op het terras aan het drukste rondpunt is het opnieuw wennen aan auto’s en vrachtwagens. Het besef komt dat het einde nadert. Nog een laatste keer een supermarkt binnen voor baguette, jambon, bananen en snelle suikers .

Het laatste stuk wordt ingezet. We laten het kasteel van de tempeliers links liggen. De Heilige Graal nemen we wel een volgende keer mee. Nog een laatste heuvelrug over en dan zien we ons einddoel Manosque liggen. Het landschap deint uit in de brede vallei van de Durance.


De laatste km’s lopen langs een grote weg. Genieten zit er niet echt meer in, de hitte op het asfalt maakt het best lastig. De snelle jongens volgen nauwgezet de Gr4 die vlak voor Manosque nog even het groen opzoekt. Wij kiezen voor de kortste weg en treffen elkaar bij het busstation.

Na een goede douche trekken we nog de stad in voor het “laatste” avondmaal. Er is tijd om even de binnenstad te ontdekken. We dreigen eventjes verzeild te geraken in de betoging die de nationale stakingsdag voor behoud van de pensioenen afsluit. Maar de rust keert snel terug. Op de Place de l’Hôtel de ville laten we het ons smaken. 

Afsluiten doen we met een terrasje op de Boulevard de la plaine. Ik heb ervan genoten en dank mijn medereizigers voor hun vertrouwen en praktische steun. Het is een ervaring die ik iedereen kan aanraden.

Praktisch:

Ik heb de TopoGuides La Haute Provence par les Gorges du Verdon ( La Route Napoléon à pied) als leidraad gebruikt. De etappes staan aangeduid met afstanden en duur. Bovendien staan er suggesties voor verblijven in.
Voor de reis hebben we de tgv gebruikt vanuit Rijsel (Lille Flandres – Aix-en-Provence) en aansluitend de bus (samen te boeken) naar Manosque en dit in minder dan 6 uur.
De eerste dag zijn we met plaatselijke bussen (1 overstap) in 2u 40 naar het beginpunt van de wandeling gereden.

Hierna volgen nog wat cijfertjes voor de liefhebbers: https://usercontent.one/wp/www.smokkelaarsmaldegem.be/wp-content/uploads/2023/10/PROGRAMMA-MEI-2023-GR4-Castellane-Manosque.pdf?media=1706094176

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *